Een vakantie in een vakantie
Zoals de Engelse reizigers het zeiden, we hebben de afgelopen tijd in een 'bubble' geleefd. Niet het echte India maar een vriendelijke en heerlijke plek om een tijdje vakantie te vieren.
Nadat we in Mcleod Ganj waren aangekomen hebben we een aantal dagen genoten van de vriendelijke Tibetaanse gemeenschap die zich voornamelijk ophoudt rondom de tempel en residentie van de Dalai Lama. We hadden nog de hoop om de Dalai Lama in levende lijve te mogen ontmoeten, maar door strengere veiligheidseisen doet hij geen audiëntie meer en mochten we hem niet de hand schudden. We hebben het kleine maar goed gedocumenteerde museum gezien over de invasie van de Chinezen in Tibet en een aantal tweede generatie Tibetanen ontmoet die nog nooit in hun eigen land zijn geweest. Daarnaast zie je veel Tibetanen zonder vingers en tenen die eraf zijn gevroren tijdens hun vlucht door de Himalaya naar India of Nepal. Al met al hebben we een indrukwekkend beeld gekregen welke impact China heeft op dit mooie land en zijn bevolking. Maar ook alvast kennis gemaakt met de Tibetaanse cultuur en zachtaardige mensen.
Na een paar dagen in Mcleod Ganj zijn we naar een plaatsje erboven gegaan, Dharamkot. Een rustig plekje in de bergen zonder verkeer en met relaxte restaurantjes midden tussen de bomen en de bergen. Hier hebben we een heerlijk hotelletje gevonden met een privé balkon en uitzicht over de bergen en de vallei. De dagen hier hebben we gevuld met mediteren, het volgen van yoga lessen, het ontdekken van de mooie bosrijke en heuvelachtige omgeving (nou ja, heuvelachtig op 1900 meter) en hebben we genoten van het heerlijke zonnige weer en 25 graden. Elke dag hebben we wel een wandeling in de omgeving gemaakt. Waarvan we één dag naar een waterval zijn gelopen met ijskoud water waar nog een groot ijsblok lag te ontdooien en we zijn een dag naar Triund gelopen op 3000 meter hoogte waar we uitzicht hadden op het begin van de Himalaya met zijn met sneeuw bedekte toppen.
In Dharamkot hebben we veel leuke mensen ontmoet en hierdoor een erg leuke tijd gehad. Zo kwamen we Grant uit Canada weer tegen. Hij zat bij ons in het hotel in Kathmandu en had nu een oude Royal Enfield motor gekocht om India mee door te rijden. Verder kwamen we een stelletje tegen uit Amsterdam die helemaal met de motor uit Nederland waren komen rijden... Als je ergens langere tijd bent ga je vanzelf leuke mensen leren kennen en het was dan ook weer lastig om door te gaan, maar.....
Na twee weken was het toch echt weer tijd om gedag te zeggen tegen deze 'bubble' en nog twee dagen het echte India in te gaan. Met een nachtbus zijn we naar Delhi gereden. Waar we gelijk weer met onze neus op het echte India werden gedrukt en belaagd werden door mensen en de drukkende warmte. Om 5 uur 's morgens was het al 32 graden en dat liep in de middag op tot 43 graden. Na nog wat extra uurtjes siësta te hebben gehouden in onze kamer met airco zijn we 's middags naar de tombe vanHumayun gegaan met de heerlijke koele metro van Delhi. We hebben rustig rondgekeken bij de tombe en zijn mooie tuinen die erg veel weg had van de Taj Mahal en zijn daarna nog een moslimwijk ingelopen waar de kleuren, geuren en bijzondere taferelen die India zo eigen maken weer voorbij kwamen. Vanmorgen zijn we naar de tempel van het Bahai geloof geweest. Een tempel die helemaal in de vorm van een lotus is gebouwd. Erg mooi...
Vanavond vertrekt ons vliegtuig naar Hong Kong en is ons avontuur in India weer afgelopen. Op de vraag of deze keer India beter is bevallen, kunnen we volmondig ja zeggen. Niet alleen door de 'bubble' maar ook doordat we beter voorbereid waren op wat ons te wachten stond. India zal dus zeker een mogelijke reisbestemming blijven ook al zal dat volgende keer niet meer in deze hitte zijn.
Op naar ons volgende avontuur in China waar we de komende zeven weken zullen rondreizen.
Groetjes,
Mark en Merit
Eens, maar nooit meer...of toch wel?
Noord-India, de enige plek op aarde waarvan we ooit hebben gezegd 'eens , maar nooit meer'. Nu, 5 jaar na dato, zitten we weer in de bus met een entry stamp van India op zak op weg naar Varanasi. Hopelijk deze keer met een beter beeld wat ons te wachten staat en een dikkere huid zodat we niet alleen achteraf maar ook tijdens ons bezoek kunnen genieten van al het positieve van dit bijzondere land en dat we alle negatieve aspecten sneller van ons af kunnen laten glijden.
Na de bergen in de Himalaya stond de afgelopen periode in het teken van de verschillende godsdiensten. Van Pokhara, met zijn lekkere drankjes en pizza's, zijn we naar Lumbini gegaan. In 8 uur hebben we een afstand van 180 km afgelegd door bergen, heuvels en het vlakke land. Hoe lager we kwamen hoe warmer het werd totdat het 40 graden was en we Lumbini inreden. Lumbini is de geboorteplaats van Gautama Siddhartha, oftewel Boeddha, en daardoor een bedevaartsoort voor boeddhisten. Naast de officiële geboorteplaats onder de Bodhi tree hebben we verschillende tempels bewonderd, gebouwd door landen met een boeddhistische achtergrond (waaronder Duitsland?!?). In de World Peace Stupa konden we met drie monniken chanten vcor de wereldvrede. Wij hebben dit 15 minuten gedaan, maar zij doen dit 12 uur per dag. Ons kwartiertje zal wel niet echt geholpen hebben, maar je kan het altijd proberen toch??
Onze eerste bestemming in India was Varanasi. Bekend om zijn ghats waar leven en dood erg dicht bij elkaar komen. Varanasi is de oudste stad ter wereld gelegen aan de heilige rivier, de Ganges. Een plek waar veel hindoes naartoe komen om een geliefde te cremeren en respect te betuigen voor de verschillende goden. Maar ook een chaotische stad waar een westerse toerist gelijk staat aan een dollarteken. Dus een goede test om te kijken hoe we er nu mee omgaan. Gelukkig kunnen we zeggen dat het niet tegenviel, ook al waren we 's avonds kapot van de hectiek, mensen die continue aandacht wilden en de warmte (42 graden).
We hebben twee dagen de stad bewonderd met zijn ghats, tempels en oude stad (met een wirwar van smalle straatjes). De derde dag was het de geboortedag van Boeddha en zijn we naar Sarnath gegaan. Een boeddhistische stad waar Boeddha zijn eerste 'preek' heeft gehouden aan zijn volgelingen. Ook hier weer verschillende tempels, maar het meest indrukwekkend waren de duizenden boterkaarsjes die 's avonds alle paden en wegen markeerden in de stad.
De volgende dag hebben we 24 uur in de slaaptrein gezeten naar Amritsar, de stad in Punjab waar de heiligste tempel van de Sikh staat. Sikhisme, bekend om de tulbanden en de lange baarden, staat vooral voor gelijkheid van mensen. In de gouden tempel was iedereen welkom om gratis te komen eten en te slapen. Hier wordt ook massaal gebruik van gemaakt door gemiddeld 40.000 mensen per dag en alles wordt gedaan door vrijwilligers. Het is een hele bijzondere plek om rond te lopen, te zijn en te kijken naar de prachtige mensen die op deze plaats één van de bijzonderste tempel van onze reis in ere en in leven houden. Deze plaats heeft een mooie indruk op ons achtergelaten. Daarnaast was het ook duidelijk merkbaar in de stad. Waar we in Varanasi nog een dollarteken waren, waren de mensen hier oprecht geinteresseerd wie we waren en waar we vandaan kwamen. Drie dagen hebben we hier genoten van de mensen en de sfeer in de stad.
Gisteren zijn we aangekomen in McLeod Ganj, de plek waar de Dalai Lama woont en waar veel tibetanen naartoe zijn gevlucht. Hier willen we wat langer blijven om te genieten van de bergen en onszelf meer verdiepen in meditatie en yoga. Maar hierover volgende keer meer.
Groetjes,
Mark en Merit
Into thin air
Happy new year! Op 13 april is het Nepalese nieuwjaar ingegaan en we leven nu in 2069 (it was the summer of 69...). Een avond waar de cafés later dan 23.00 uur open mochten blijven en de nepali's dansend op de tafel stonden, maar de volgende dag ging het leven weer gewoon door en moest iedereen weer aan het werk. Nepal, een echt Aziatisch land met zijn verkeerschaos en beperkte hygiëne, maar ook van de vriendelijke en behulpzame mensen en natuurlijk van de hoge bergen in de Himalaya. Sinds we na de eerste twee dagen weer gewend zijn geraakt aan de chaos genieten we van dit boeiende en schitterende land.
De eerste tien dagen zijn we in Kathmandu geweest omdat we ons visum voor India moesten regelen. Tussen het wachten door hebben we Kathmandu en zijn vallei ontdekt. Nadat we uitgebreid in de oude stad van Kathmandu hebben rondgewandeld over Durbar Square met zijn paleis en mooie tempels die gewijd zijn aan de verschillende hindoe goden zijn we de omgeving van Kathmandu gaan ontdekken en wel op de ... fiets. Eerst naar Patan, een plaatsje ten zuiden van Kathmandu met nog mooiere tempels en oude authentieke gebouwen dan in Kathmandu. Daarna over de ringweg met de chaos en toeterende auto's, motors en bussen om ons heen naar Pashupatinath. De Hindoe tempel die gelegen is aan een heilige rivier (wij vonden het meer een stroompje dan een rivier). Naast een groot tempelcomplex en een bejaardentehuis (lekker dichtbij) worden hier alle overledenen heengebracht om gecremeerd te worden. Na verschillende rituelen wordt de overledene op een grote brandstapel gelegd en aan de rand van de rivier gecremeerd. Boeiend om te zien dat dood zo'n gewoon onderdeel is van het leven. Zeker als je 100 m. verderop iemand de was ziet doen in dezelfde rivier waar net de stoffelijke resten in zijn geveegd. Daarna op de fiets weer door naar Bodhnath, een boeddhistische stupa waar tibetaanse handelsreizigers vroeger kwamen bidden voor een veilige overtocht door de Himalaya. Na 9 uur op de fiets tussen de chaos en de stinkende uitlaatgassen waren we blij weer terug te zijn op ons dakterras waar we genoten van het schitterende uitzicht over de stad.
De andere dagen zijn we nog naar de monkey tempel geweest, een boeddhistische stupa die uitkijkt over de stad en Bakthapur, een oude stad op 14 km van Kathmandu waar we 1 ½ uur over hebben gedaan om er te komen met de bus. Op de dag dat we hier rondliepen en genoten van de oude tempels en gebouwen was het oudejaarsdag en de dag van de offerings. Dus er werden overal geiten en kippen door de stad geleid die ergens een mooie dood tegemoet gingen.
Na 10 dagen Kathmandu waren we blij dat we de stad uit mochten en de bergen in. Want daar staat Nepal toch ook echt om bekend. Er zijn verschillende trekkings die je kan doen en onder het mom van 'anders hadden we net zo goed in de Franse alpen kunnen blijven' besloten we om de Annapurna circuit tot Jomsom te doen. Een trekking van 12 dagen over een bergpas van 5416 meter hoog. Na vier uur gehobbeld te hebben in de bus kwamen we aan in Besi Sahar, de start van de trek op 820 m. hoogte. Veel mensen namen nog de bus tot het volgende plaatsje maar we besloten om gelijk onze wandelschoenen aan te doen.
De eerste dagen liepen we door een groene vallei met een wilde (en ijskoude) rivier die we regelmatig overstaken met hangbruggen. We overnachtten in 'teahouses', simpele en goedkope accommodatie waar we ook konden eten. Op de vierde dag waren we gestegen tot 2710 m. hoogte en werden we verrast met de eerste hoge witte bergen van 7000 m. om ons heen. Vanaf die dag hebben we continue de witte toppen om ons heen gezien en ook al bleven wij stijgen, de toppen van de bergen om ons heen werden hoger en hoger tot 8000 m. hoogte. Naarmate de dagen vorderden werd de vallei minder groen en ging het over van groene velden, in naaldbomen en uiteindelijk in kale vlakten.
Op de zesde dag voelde Mark zich niet lekker en heeft tijdens de lunch een tijdje gerust, ondanks de rust was hij niet voldoende opgeknapt en hebben we op aanbod van het teahouse achterop de motor verder gegaan tot Manang (3540 m). Gelukkig moesten we in Manang een rustdag nemen om te wennen aan de hoogte en kon Mark weer wat rust nemen. Na de rustdag hebben we twee dagen genoten van de gletsjers en witte toppen die zo dichtbij leken dat we ze 'bijna' konden aanraken. Op de negende dag waren we geklommen tot de hoogte van 4850 m en sliepen we in High Camp. Op de tiende dag zijn we de pass van 5416 m hoogte over gegaan met 50% van het gewone zuurstof niveau. In slow motion hebben we de berg beklommen en het bereiken van de top voelde ook echt als een hoogtepunt. Zeker omdat wij het zonder gids en dragers hebben volbracht.
Na de top volgde nog een pittige afdaling van 1600 meter die we in 3 uur hebben afgelegd en die we nog een paar dagen hebben gevoeld in de knieen en de bovenbenen. We zijn lekker bijgekomen in het Bob Marley hotel in Muktinath (het vaticaan van de hindoes vanwege het samenkomen van vuur, water en aarde). In Jomsom wilde we met de bus weer terug naar Pokhara. Maar toen we voor de derde keer deze reis werden geconfronteerd met een Nepalese staking van de bussen, besloten we om het vliegtuig terug te nemen. Een schitterende vlucht langs het Annapurna gebergte en over groene valleien.
Inmiddels zijn we terug in Pokhara waar we naast een massage ook met een Ultra Light vliegtuig langs de bergen wilde vliegen, maar vanwege het heiige weer kunnen we dat helaas niet doen. We blijven nog een paar dagen in Nepal en daarna gaan we grens over naar India. Maar daarover volgende keer meer.
Groetjes,
Mark en Merit
Dag Afrika, hallo Azië
Inmiddels zijn we aangekomen in Nepal en is een nieuwe fase in onze reis begonnen, namelijk 'Azië'. En dat was eerlijk gezegd wel even wennen. De bedden zijn schoon, maar oud en hard er is veel lawaai en viezigheid op straat en veel mensen die graag iets aan je verkopen. Maar hierover in het volgende blog meer, nu eerst terug naar de Drakensbergen in Zuid-Afrika.
De Drakensbergen is een groot bergachtig natuurgebied in het binnenland waar ook Lesotho in ligt, het enige land ter wereld dat volledig boven de 1000 meter ligt (weer eens wat anders dan 12 meter onder zeeniveau). De eerste dag zijn we het national parc ingegaan dat aan de voet van het Amphitheatre ligt. Het Amphitheatre is een brede rotswand die 1 km uittorent boven het national parc en alle andere bergen. We hebben hier een wandeling gemaakt die zes uur lang naar boven en beneden kronkelde over verschillende rotspartijen met schitterende vergezichten. Het hoogste punt van de wandeling bereikten we door de 'crack' te beklimmen. Een klim over rotsen ondersteund met ladders op de steilste plekken. Toen we dachten dat de 'crack' een spannende klim was, hadden we de afdaling oftewel 'mudslide' aan de andere kant van de berg nog niet gezien. Een zeer steile wirwar van rotsen en planten waarbij we wederom met ladders en ons al vasthoudend aan alles wat we konden vinden naar beneden zijn geklommen. Onderaan de afdaling kwamen we een bord tegen dat deze route gesloten was omdat het te gevaarlijk was. Een beetje te laat...
De dag erna zijn we met een tour naar de top van het Amphitheatre gegaan. Op de heenweg werden we omringt door mist en hoe hoger we de bergen in reden, hoe slechter het uitzicht werd. Toen we de auto voor de benenwagen inruilde zagen we nog steeds geen hand voor ogen en de hele weg naar boven was in mist gehuld. Na een wandeling en een steile klim van 250 meter kwamen we bovenaan de berg (3420m) waar de wolken opeens wegtrokken. Het volgende moment zagen we wat we tijdens de klim omhoog gemist hadden, een schitterend uitzicht over de steile bergen en groene dalen. De wandeling over de top, langs de waterval en weer naar beneden voelde hierdoor echt als een cadeautje.
Lesotho is een van de armste landen ter wereld en dat was tijdens onze wandeltocht ook te merken. We zijn eerst naar een schooltje geweest waar Mark lekker met de kinderen heeft gevoetbald terwijl Merit (braaf) in de schoolbanken zat. We zijn ook naar een medicijnman geweest, hebben het lokale bier (dat erg zurig en klonterig was) en eten geproefd. Een culturele en boeiende dag met schitterende foto's maar waardoor we wel weer inzagen hoeveel geluk we hebben om in Nederland te mogen wonen.
Na de bergen naar de grote stad, Johannesburg, waar we het bijzonder indrukwekkende Apartheid Museum en Soweto hebben bezocht. De combinatie was erg boeiend omdat Soweto als township een belangrijke rol heeft gespeeld bij de opstand tegen de apartheid. Soweto is de grootste township van Afrika (met 4,5 miljoen inwoners) en een deel hebben we op de fiets verkend. Ook hier mochten we het lokale bier proeven (dat een stuk lekkerder was dan in Lesotho), we hebben koeienwang (lokale delicatesse) gegeten, het huis van Nelson Mandela gezien en de verschillende historisch belangrijke plekken bezocht.
Toen was het echt tijd om Afrika achter ons te laten en in 13 uur naar Hong Kong te vliegen. Hier hebben we een dag (vechtend tegen de jet lag) rondgelopen tussen de hoge gebouwen en de aziatische marktjes, heerlijk om weer in Azie te zijn. De tweede dag zijn we in de stromende regen naar een tempel en een heeeel groot buddha beeld geweest met de bus die door het zeer groene deel van Hong Kong reed. Twee grote tegenstellingen in één stad. 's Avonds weer het vliegtuig in om door te vliegen naar Nepal. Maar daarover later meer.
Groetjes,
Mark en Merit
Niks doen is een vak apart
In Stellenbosch hebben we een Franse jongen ontmoet die in vijf maanden tijd vier plaatsen had bezocht in Zuid-Afrika. Zo zie je dat er veel verschillende manieren zijn om te reizen. Hij zette ons wel aan het denken want ons tempo lag tot dan toe wel erg hoog. Dat gingen we geen jaar volhouden, dus we vonden het tijd worden om even rustig aan te doen. En wel bij de beste golven van Zuid-Afrika, in Jeffreys Bay. Dat was wel even wennen want wat doe je zo'n hele dag, zeker als de weergoden niet helemaal meewerken. Maar we hebben tussen de regen door nog voldoende kunnen golfsurfen en bodyboarden. We hebben eindelijk weer eens wat kunnen lezen en lange strandwandelingen gemaakt.
Maar voordat we in Jeffreys Bay waren, hebben we de Tuinroute verkend. Een brede strook aan de kust met kleine plaatsjes, schitterende stranden en een groen achterland. Dit gebied hebben we met de auto en te voet verkend naar onder andere watervallen en hangbruggen in Knysna, Wilderness en Tsitsikamma. In de laatste plaats van de tuinroute, Plettenberg Bay, heeft Mark wat tips gekregen voor het golfsurfen.
Nadat we de auto hadden ingeleverd zijn we met de bus naar Jeffreys Bay gegaan. Hier zagen we in de baai de eerste avond al tientallen dolfijnen langs zwemmen die aan het spelen waren in de golven. Een goed begin, de dagen erna hebben we geprobeerd 'niets' te doen...
Na een paar dagen begon het toch echt weer te kriebelen en zijn we weer doorgegaan.
We hebben een auto gehuurd en zijn daarmee naar Addo Elephant Parc gegaan. Dit park staat bekend om zijn kuddes olifanten. Hier hebben we uren rondgereden zonder olifanten tegen te komen, we hadden al wel zebra's, zwijntjes, hartebeesten, kudu's en een neushoorn gezien. Maar toen het half vijf was begonnen we de moed al op te geven, totdat onverwachts een grote olifant midden op de weg stond. Toen we hem langzaam volgden en de bocht om gingen zagen we een kudde van minimaal 12 olifanten staan. Terwijl we de kudde aan het bekijken waren, kwamen er nog eens vijf olifanten van verschillende leeftijden achter ons uit het bos en liepen op een paar centimeter langs onze auto. Erg indrukwekkend (en ook wel spannend).
's Avonds geslapen in Port Elizabeth en de volgende dag de stad verkend (waaronder de Public Library uit 1902 waar de medewerkster ons een uitgebreide rondleiding heeft gegeven). Daarna zijn we via het achterland en verschillende universiteitssteden naar Hogsback gereden. De stad waar J.R.R. Tolkien zijn inspiratie heeft opgedaan voor 'In de ban van de ring'. De bergen rondom Hogsback zijn zo groen en weelderig dat het je niet zou verbazen als er elfjes uit het bos tevoorschijn zouden komen. We hebben deze bossen verkend op de mountainbike met een gids erbij. Tijdens deze vier uur durende tocht door de bergen hebben we 9 prachtige watervallen gezien, maar helaas geen elfjes.
Door de groene heuvels met lemen hutjes zijn we naar de Wild Coast gereden. Dit gebied was de homeland van de Xhosa en de mooie mensen langs de weg met oker en wit gekleurde gezichten gaven een extra dimensie aan deze bijzondere rit. Toen we aankwamen in Port St. Johns hebben we samen met de locals op het strand gezeten en gezwommen (dé bezigheid op zondagmiddag) om de volgende dag via nog meer mooie slingerweggetjes en kustplaatsjes naar Durban te rijden. Hier hebben we zojuist onze auto ingeleverd en morgen gaan we weer de (Drakens)bergen in om te oefenen voor de wandelingen Nepal.
Groetjes,
Mark en Merit
Get alive… or just dream on
Normaal gesproken gaan mensen naar huis na een heerlijke vakantie van 4 weken. Het feit dat we nu in Zuid-Afrika zijn voelt echt als een cadeau. We waren in een hostel met de slogan 'Get alive... or just dream on'. We beginnen ons steeds meer te beseffen dat we onze droom hebben gevolgd en dat we echt deze reis maken.
Na een lange maar goede busreis van ruim 20 uur zijn we een paar dagen in Kaapstad geweest. Kaapstad is anders dan elke andere stad waar we tot nu toe zijn geweest. Het is een stad waar je je gelijk thuis voelt en waar je uren kan ronddwalen in de verschillende wijken zonder verveeld te raken. Het is ook een stad van natuurlijke schoonheid (de tafelberg in combinatie met de zee als achtergrond is zeer indrukwekkend). Maar het is ook een stad (en land) van de culturele verschillen. Waarbij de overduidelijke scheiding tussen blank en zwart soms ongemakkelijk aanvoelt.
In Kaapstad hebben we een dag te voet en een dag op de fiets doorgebracht en alles rondom het centrum kunnen bewonderen. Daarna hebben we twee dagen een auto gehuurd om het schiereiland van Kaapstad te zien. Eerst de Tafelberg op en daarna over de Chapman's Peak Drive naar Long Beach (een lang wit zandstrand met golven. Wat een leventje hebben die gasten die dagelijks zulke golven in hun achtertuin hebben). 's Avonds hebben we in Krommetjie geslapen en zitten kletsen met twee Zimbabwanen die dit hostel gingen runnen en onze tips goed konden gebruiken.
Na een bezoek aan Kaap de Goede Hoop hebben we een duik in zee genomen samen met de penguins. Bij Simons Town is een grote kolonie zwartvoet pinguins die geen notie nemen van de mensen die daar ook zwemmen, dus het was een bijzondere duik in het water met deze snelle zwemmers om ons heen. 's Avonds hebben we geslapen in Muizenberg bij een zeer gastvrije familie die net drie maanden een hostel waren gestart. We hebben de hele avond Afrikaans gesproken en dat was niet altijd even makkelijk te verstaan. Maar wel bijzonder grappig om een taal te horen die zo dicht tegen onze eigen taal aan ligt.
Nadat we de auto hadden ingeleverd, zijn we met de trein naar Stellenbosch gereden. Het centrum van de wijnstreek in Zuid-Afrika. Dat hebben we dezelfde middag gelijk gevierd met twee flessen lekkere witte wijn bij het eten. Zoals goede Nederlanders betaamd, wilden we de dag erna bij enkele wijnboeren langs gaan op de fiets. We hadden ons alleen vergist in de warmte en de heuvels (Dominique, we hebben nu nog meer respect voor jouw prestatie op de Alpe d'Huez en Mont Ventoux vorig jaar!). Dus na één wijnboer (vijf kleine glazen), een verkeerde afslag en een lekke band zijn we toch maar terug naar Stellenbosch gegaan om 's middags aan het zwembad te liggen. Gelukkig hadden we nog een tweede dag om het goed te maken tijdens een wijntour. Bij deze tour zaten we om 10.30 uur bij de eerste proeverij en toen we om 17.00 uur weer in Stellenbosch waren hadden we vijf proeverijen gehad. Natuurlijk konden we Mark zijn wijngaard (Spier) niet overslaan. Bij elke wijngaard kregen we 4-5 wijntjes voorgeschoteld om te proeven waarvan één zelfs in combinatie met chocolade (hmmmmm.....).
Inmiddels zien we de letters dubbel (hik) dus volgende keer meer,
Groetjes,
Mark en Merit
Back to nature
Wat zijn wij blij met onze camper. Niet alleen omdat Namibie weinig openbaar vervoer kent. Maar ook omdat we nu zien dat als je backpackt je voornamelijk in steden doorbrengt. Door de camper kunnen we gaan en staan waar we willen en daar hebben we de afgelopen periode ook dankbaar gebruik van gemaakt door veel tijd midden in de natuur door te brengen. Het landschap kende grote verschillen, van rode rotsen in de droge woestijn tot groene bergen, rivieren en gras. Deze grote verschillen zorgen dat Namibie een boeiend en schitterend land is om doorheen te trekken met onze 4x4 camper.
Na de bewoonde wereld in Swakupmond hebben we eerst geroken en gehoord hoe het is om meer dan 100.000 zeehonden bij elkaar te zetten. Waarbij de jonkies in Merit gelijk een moederfiguur zagen en haar de hele tijd achtervolgden. Daarna in de auto richting de bergen. We zijn begonnen in Spitzkoppe (of zoals Mark zegt: een hoop stenen in een grote zandbak). Rondom de rotsformaties mochten we vrij kamperen en hebben we een groot vuur gemaakt en genoten van de eindeloze sterrenhemel en de stilte. In de bergen bij Brandberg en Twyfelfontein hebben we de schilderingen gezien van dieren en voetafdrukken die duizenden jaren geleden zijn gemaakt door de San. Dit is de clan die nog steeds in deze omgeving woont. De San spreekt ook met klikgeluiden, erg leuk om te horen maar wij hebben ooit geleerd dat je niet mag klikken
.Toen was het tijd voor Etosha, het park waar je zelf op safari mag gaan. Etosha staat bekend om het makkelijk te kunnen spotten van dieren omdat deze te vinden zijn bij de verschillende drinkplaatsen. Helaas had het voor onze komst flink geregend en hoefde de dieren niet ver te zoeken naar water. Hierdoor was het voor ons wat lastiger om ze te vinden. Toch hebben we veel verschillende dieren gezien (giraffen, zebra's, gnoes, struisvogels, hyena's, springbokken, impala's enz. enz.) en kunnen we de leeuw en de neushoorn van het lijstje van de Big 5 afstrepen. Omdat de camera het bij de eerste gnoe begaf heeft Mark weinig foto's kunnen maken, maar gelukkig hebben we wat foto's van Phil en Fiona kunnen overnemen. Dit is een Londens stel met wie we de laatste twee weken veel hebben opgetrokken en die we waarschijnlijk ook weer gaan tegenkomen in Zuid-Amerika.
Na drie dagen in Etosha zijn we naar het groene noorden gereden waar de meeste bevolking woont en waar we een echt Afrika gevoel kregen door de lemen hutjes en de verschillende stammen waar we langs reden. In het noorden zijn we bijgekomen op een bijzondere lodge aan de Okavango Delta, hier konden we met uitzicht op de rivier naar de wc en douchen tussen de bomen. Hier hebben we aan de rivier zitten barbecueën terwijl er aan de rand van de rivier nijlpaarden en krokodillen voorbij zwommen. In het Mahango national park konden we de olifant van het lijstje van de Big 5 afstrepen en tijdens een Mokoro trip (platte kano) hebben we de nijlpaarden bijna aangeraakt.
De laatste bestemming in Namibie was het Waterberg Plateau. Hier hebben we een wandeling gemaakt naar de top van de berg, met een schitterend uitzicht van groene bomen op felrode rotsen. De middag hebben we de camper opgeruimd en nog even genoten van het zwembad. Na 6300 km zijn we weer terug in Windhoek en hebben we de camper ingeleverd en gaan we vandaag met de bus (22 uur, dus dat is even een lange zit) naar Kaapstad. Tot de volgende keer vanuit Zuid-Afrika.
Veel liefs,
Mark en Merit
We're on the road to nowhere
Over dirt roads door niemandsland....
'We're on the road to nowhere' hebben we de afgelopen week vaak gezongen in de auto. Namibië, onze eerste bestemming, is een van dunst bevolkte landen ter wereld en 20 keer groter dan Nederland. De afgelopen week hebben we ruim 2500 kilometer over de wegen gereden waarvan 70% dirt road was. We hebben uren over deze stoffige en hobbelige wegen gereden waar een andere auto of zowiezo enige vorm van menselijke beschaving te zien was. Een andere auto is zo'n bijzonderheid dat je elkaar standaard groet.
Na twee dagen in Windhoek te zijn gewend aan dit nieuwe land met zijn vriendelijke bevolking, hebben we onze bushcamper opgehaald. Een luxere dan gepland omdat de vorige huurder de 4x4 kapot had gereden, dit vonden we echt heel vervelend ;-). De eerste 500 km konden we over een van de weinig asfaltwegen van Namibië wennen aan het links rijden en het links schakelen. Daarna de gravel wegen voor het eerst uitgeprobeerd met 100 km per uur om op tijd bij de camping te zijn van de Fish River Canyon. Dit is een van de grootste canyons ter wereld. Een schitterende en droge omgeving waar de overige toeristen op een hand te tellen waren. Na een stoffige dag bij de canyon was een duik in de warm water bronnen van Ai Ais een relaxte afwisseling.
Via oneindige landschappen met droge vlaktes, kale bergen, oases en groene rivierbeddingen zijn we daarna terecht gekomen in Luderitz. Een stadje met nog veel Duitse invloeden van de vroegere kolonisten en waar Merit natuurlijk de Lesehalle (bibliotheek) heeft bezocht. Luderitz ligt naast het Sperrgebiet waar 100 jaar geleden diamanten zijn gevonden en waar nog steeds diamanten worden gewonnen. In dit gebied ligt ook de ghost town 'Kolmanskoppe' waar je een beeld krijgt hoe de Duitse kolonisten diamanten uit de grond haalden. Het hele dorpje was erg fotogeniek met de huizen die overgeleverd zijn aan het zand en zodat Mark zich hier goed heeft kunnen vermaken.
Na een spannende overnachting in de vrije natuur zijn we doorgereden naar de belangrijkste toeristische trekpleister van Namibie: de Sossusvlei. In dit National Park zijn de beroemde rode duinen ter wereld te vinden. Als een goede toerist betaamd zijn we om 6 uur 's morgens een van de duinen opgeklommen om de zonderopgang te bewonderen (Pfffff, dat was nog eens goede ochtend gymnastiek). Daarna zijn we het park verder ingegaan om de mooie silhouetten die deze duizend jaar oude duinen hebben te bewonderd. De foto's spreken voor zichzelf.
Na een warme en mooie wandeling van 10 km door de Naukluft Mountains zijn we in Swakopmund terecht gekomen. Hier hebben we vanmorgen de duinen onveilig gemaakt door te gaan sandboarden en Quad biken.
Na Swakopmund gaan we weer de natuur in en zijn we de komende week weer geheel onbereikbaar. Daarna volgen de nieuwe verhalen van hopelijk de BIG five.
Veel liefs,
Mark en Merit