MarkenMerit.reismee.nl

Wisseling van de wacht

Mendoza, de stad van de wijnen, de groene lanen en de Andes voor de deur. Genoeg ingrediënten om ons een paar dagen te vermaken. De meeste mensen verkennen deze beroemde wijnstreek op de fiets maar wij vonden fietsen en wijnproeven geen goede combi (zeker na onze ervaring in Zuid Afrika) dus hebben we gekozen voor een eigen chauffeur die ons langs vier bodega's en een olijfboomgaard heeft gereden. Natuurlijk hebben we bij elke bodega de wijnen geproefd en kregen ook uitgebreide rondleidingen door de wijnkelders. Zeker de wijnkelders van Norton (wel bekend in Nederland) met daarin een half miljoen flessen waren erg indrukwekkend.

Na een dagje lui te zijn rond gereden was het weer tijd voor wat actie en zijn we gaan raften. Na een mooie tocht door de Andes kwamen we bij de rivier die helaas vrij laag was. Hierdoor was het raften minder spectaculair maar wel schitterend. Voor Marcel een goede eerste kennismaking die zeker naar meer smaakte. Daarna was het tijd om Argentinië te verlaten en zijn we met de nachtbus over de Andes naar Valparaiso in Chili gegaan. De laatste dagen met Marcel hebben we de streetart en graffiti's in Valparaiso bewonderd (Mark had een gemiddelde van 2 foto's per minuut) en daarna nog twee dagen genoten van een cabana aan het strand.

Terug in Santiago waren Merit's ouders inmiddels aangekomen met allemaal lekkers uit Nederland en was Marcel zijn laatste dag aangebroken. Gezamenlijk hebben we nog een dag Santiago bekeken en toen was de echte wisseling van de wacht en hebben we Marcel uitgezwaaid (om 4.30 uur 's morgens). Na nog een dag Santiago en Valparaiso hebben we de bus genomen naar het zuiden en na 13 uur kwamen we aan in Puerto Montt. Hier hebben we voor tien dagen een auto gehuurd en zijn we eerst naar het eiland Chiloe gegaan.

Chiloe staat bekend om zijn Chilotische cultuur en houten kerkjes. Helaas werkte het weer hier niet mee en hebben we het merendeel van het eiland met bewolking en soms met regen gezien. Merit's verjaardag hebben we op het eiland gevierd en door het champagne ontbijt voelde ze zich ook echt jarig (en natuurlijk door alle felicitaties uit Nederland). Na verschillende dorpjes, kerkjes en een national park zijn we van het eiland af gegaan en richting het merengebied gereden.

De eerste bestemming was Puerto Varas waar we een schitterende cabana hadden met uitzicht over het meer. Met een kabelbaan zijn we de Osorno vulkaan opgegaan waar we een prachtig uitzicht hadden over het meer en de verschillende vulkanen in de omgeving. Daarna zijn we naar de saltos de Petrohue gegaan, een gebied met wild stromend water en verschillende watervallen met op de achtergrond de vulkaan. De dag erna hebben mijn ouders een boottocht gemaakt over het meer bij Petrohue terwijl wij genoten van het heerlijke weer en het mooie uitzicht vanaf ons terras van de Cabana.

Na Puerto Varas zijn we een stuk noordelijker gereden richting Pucon. Een leuk stadje aan de rand van de rivier met verschillende vulkanen eromheen. De vulkaan van Villarica is nog actief en beklimbaar en dat konden we natuurlijk niet weerstaan. Dus op een winderige ochtend zijn we (Mark en Merit) met een gids de vulkaan opgegaan en hebben deze in vijf uur beklommen over lavakiezels, zachte sneeuw en ijs. Een vermoeiende maar mooie tocht met als einddoel de krater die Merit als eerste die dag bereikte. De krater was meters diep met een wand die bestond uit ijs en een palet aan kleuren. De terugweg ging een stuk sneller want we hadden klein zitsleetjes bij ons waarmee we de hele weg naar beneden zijn gegleden. We hebben nog nooit zo'n lange afdaling gemaakt op de slee (jammer dat we geen snowboards bij ons hadden).

Om onze benen wat rust te geven zijn we de dag erna met de auto de omgeving met verschillende meren gaan bekijken en hebben we in het national park een wandeling gemaakt naar een prachtige waterval. De dagen daarna zijn we dieper het merengebied ingereden en onze eerste stop was de thermen. Warmwaterbaden die afgewisseld werden door koude baden weer gevuld werden door watervallen in een kloof met groene bomen en een rivier. Erg bijzonder. Daarna doorgereden naar Puerto Fuy waar we de volgende dag op het meer hebben gekayakt met het helderste water dat we ooit gezien hebben. Daarna nog een wandeling in een natuurreservaat naar weer twee watervallen voordat we in de auto stapten richting Puerto Varas en Puerto Montt.

Vanaf Puerto Montt nemen we morgen de boot om ruim 2000 km naar het zuiden van Chili te varen. Hier gaan we Patagonië ontdekken maar hierover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark en Merit (Bert en Marja)

De drie musketeers

Op Mark's verjaardag hebben we jullie achtergelaten in San Pedro de Atacama. Mark zijn verjaardag hebben we gevierd met een bbq in het hostel. We hebben het niet te laat gemaakt want de dag erna stond de wekker om 4.00 uur om richting de geijzers te gaan. Het hoogste geijzerveld ter wereld op 4300 meter hoogte en erg koud met -10 graden. Gelukkig werd het al snel warmer toen de zon opkwam en we langs de indrukwekkende rookpluimen liepen en een duik namen in de warmwaterbron. Na een siesta zijn we 's avonds naar de heldere sterrenhemel gaan kijken. Na een uitgebreide uitleg mochten we de verschillende sterren, planeten en de maan van dichtbij bekijken door zeven telescopen. Wat voel je je dan nietig.

Daarna vertrokken op onze driedaagse tour over de beroemde zoutvlakte van Bolivia. De eerste dag hebben we gedobberd in een warmwaterbron, geijzers bewonderd met kokend modder dat wel drie meter hoog op spatte en verschillende meren waaronder het lago colorado, een felrood gekleurd meer met honderden flamingo's. De tweede dag stond in het teken van gekleurde rotsformaties en nog meer meren waar de flamingo's in rond flaneerden en 's avonds sliepen we in een hotel dat helemaal was opgebouwd uit zoutblokken, zelfs de bedden waren van zout. De derde dag zijn we weer vroeg opgestaan om de zonsopgang te zien op de zoutvlakte. Wat een bijzonder fenomeen is zo'n enorme zoutvlakte van wel 12.000 km2. Midden in de zoutvlakte was een 'eiland' dat was opgebouwd uit koraal en vol stond met cactussen. Hier hebben we rustig ontbeten en de inmensheid van het geheel in ons opgenomen. Na de beroemde fotosessie en kilometers over het vlakke zout te hebben gereden zijn we naar Uyuni gegaan waar we het treinkerkhof hebben bewonderd en waar we de nacht hebben doorgebracht voordat we de bus namen naar Potosi.

Deze hoogste stad ter wereld (4060 meter) was ooit eens de rijkste stad ter wereld doordat de nabijgelegen berg vol zat met zilver en mineralen. Inmiddels is de grootste rijkdom vervlogen maar de mijnen zijn nog steeds in werking en met twee ex-mijnwerkers zijn we het binnenste van deze gatenkaas gaan bekijken. Eerst hebben we wat cocabladeren en frisdrank gekocht voor de mijnwerkers en daarna zijn we door kleine gangen, hoge ladders al lopend en kruipend door de mijn gegaan. Hoe dieper we de berg ingingen hoe warmer en benauwder het werd. We hebben verschillende mijnwerkers bezig gezien en we hebben veel respect gekregen voor wat deze mannen doen. Helaas sterven veel mannen jong en dat werd duidelijk bij ons bezoek aan het indrukwekkende en druk bezochte kerkhof.

Na Potosi zijn we weer op de bus gestapt richting Sucre, de witte stad van Bolivia. Hier zijn we met een groep mensen uit Zweden, Engeland en Australie lekker een avond doorgezakt, die gevolgd werd door een rustdagje. In de buurt van Sucre hebben we een wandeling gemaakt naar de 7 watervallen, nou ja 7 is wel erg overdreven maar de laatste twee watervallen waren de moeite waard en daar hebben we een paar uur genoten van deze mooie omgeving, de stilte en het (koude) water. Zondag zijn we naar de markt in Tarabuco gegaan, dit ligt op 1,5 uur afstand van Sucre en wordt druk bezocht door de lokale mensen uit de omgeving. Dit leverde natuurlijk weer wat mooie plaatjes op. Na de markt hebben we Phil en Fiona gezien, het stel waarmee we een aantal weken hebben samen gereisd in Namibie. Erg leuk om elkaar na zoveel maanden weer tegen te komen.

Sucre was onze meest noordelijke bestemming en daarna zijn we weer richting het zuiden gereisd naar Tupiza. Een klein plaatsje met een schitterende omgeving die bekend staat als het 'wilde westen' van Zuid-Amerika. En als je ergens een keer je been over een paard wilt tillen, dan is dit de uitgelezen plek daarvoor. Dus naast dat we de omgeving te voet hebben verkend, hebben we ook vijf uur paardgereden langs de meest bijzondere en gekleurde rotsformaties. Aangezien we allemaal weinig (en Marcel geen) ervaring hebben met paardrijden was het in het begin wel wennen maar uiteindelijk hebben we genoten om op deze bijzondere manier de omgeving te bewonderen (we hebben in ieder geval nog lang van deze rit mogen 'genieten').

Toen was het alweer tijd om Bolivia te verlaten en naar Argentinie te gaan. Omdat er gedemonstreerd werd op de grensovergang, zijn we overgestoken via een heuveltje naar beneden, rivierbedding over en weer heuveltje op (en dat met hele bepakking, pfffff). Onze eerste bestemming in Argentinie was Aldea Luna in de buurt van Jujuy. Dit is een boerderij in een natuurreservaat dat volledig zelfvoorzienend is en waar we heerlijk vegetarisch hebben gegeten, wandelingen over het reservaat hebben gemaakt en genoten hebben van deze groene omgeving (weer wat anders na al die kale vlaktes met stenen en stof).

We hebben ons twee dagen opgeladen in Aldea Luna en hebben daarna een auto gehuurd in Tucuman. We hebben vier dagen in alle vrijheid rondgereden door de schitterende landschappen in de provincie van Salta die varieerden van cactusvelden tot groene bossen. Tijdens deze tocht hebben we overnacht in Salta en de kleine bergdorpjes Cachi en Cafeyate.

Gisteren hebben we de auto ingeleverd en nu zitten we in een busrit van 17 uur richting Mendoza. Nog een uur te gaan en dan zijn we op onze bestemming. Maar daarover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark, Marcel en Merit

PS De website reismee heeft er het hele weekend uitgelegen vandaar dat het verhaal met enige vertraging is gepost.

Natuurgeweld

Korte broek, blauwe lucht, 30 graden en uitzicht op een vulkaan. Welkom in Chili, zullen we aar zeggen. We zijn vrijdag aangekomen in Santiago, onze langste dag ooit die in totaal 40 uur heeft geduurd (wel raar om 4 uur vroeger aan te komen dan dat je vertrokken bent). Zaterdag heeft Marcel zich bij ons gevoegd na een lange (22 uur) maar goede vlucht. Na een korte kennismaking met de hoofdstad zijn we snel weer in het vliegtuig en bus gestapt richting San Pedro de Atacama, de droogste woestijn ter wereld. Dat was ook duidelijk te zien vanuit de lucht. Kilometers zand hebben we onder ons langs zien komen, een groter contrast met Nieuw Zeeland kunnen we eigenlijk niet verzinnen.

Ons laatste blog hebben we geschreven op het zuider eiland. Hierna zijn we nog een paar dagen op een schiereiland geweest in de buurt van Christchurch voordat we de auto in hebben geleverd en richting het noorder eiland zijn gegaan met de ferry. Een schitterende overtocht maar erg koud, met hagelstenen zo groot als pingpong balletjes.

Na een nacht in Wellington hebben we weer een auto geregeld en zijn we naar Mount Taranaki gereden, een vulkaan zoals je die ook zou tekenen. We sliepen in een hostel met uitzicht op deze schitterende berg en de dag erop hebben we de vulkaan ook gedeeltelijk beklommen. De dagen ervoor had het gesneeuwd en hierdoor hebben we de hele wandeling door de sneeuw gemaakt. Waarbij we het eerste deel de vulkaan op zijn geklommen totdat het niet meer mogelijk was zonder de juiste uitrusting en daarna zijn we door een groen en totaal met mos overwoekerd bos naar beneden gelopen. Al het groen met die witte ondergrond was heel indrukwekkend.

Daarna zijn we richting Tongariro National Park gereden in de hoop om de Tongarirocrossing te kunnen lopen. Maar deze was helaas dicht vanwege de vulkaanuitbarsting van enkele maanden geleden en aangezien het ook slecht weer was zijn we de vulkanen hier niet op geweest maar zijn we naar Taupo gegaan. Een dorpje aan de kant van het grootste meer van Nieuw Zeeland met uitzicht op de verschillende vulkanen. Hier hebben we in de regen genoten van een warm water bron die in een waterval naar beneden viel. Heerlijk opgewarmd na een paar koude dagen met veel regen.

Toen het weer weer wat opklaarde zijn we richting Rotorua gegaan. Een stadje dat midden in een vulkanisch gebied ligt met geijzers, kokende modderpoelen en hete waterbronnen. De eerste dag zijn we naar een Maori dorp geweest waar ze deze vulkanische activiteit gebruiken om te koken en te wassen. Dat is nog eens fastfood... De tweede dag zijn we naar een park geweest met geijzers en meertjes in de meest wonderlijke kleuren, van oranje tot felgroen.

Na al deze vulkanische activiteit zijn we via Coromandel met mooie stranden naar Auckland gereden. We hadden bedacht dat het leuk zou zijn om in het zomerse noorden nog een weekje te genieten van de zon met een camper. Dus we hebben de auto omgeruild voor een camper maar helaas werkte het weer niet helemaal mee. In plaats van dat we alle kleine baaitjes in bikini bezochten, hebben we deze met een regenjas en felle wind mogen bewonderen. Ook wel indrukwekkend maar na een aantal stranden zijn we het binnenland ingereden. In Waipu zijn we op ontdekkingstocht geweest door een grot die door een prachtig ondergronds riviertje was uitgesleten. Al klimmend met onze hoofdlampen op zijn we honderden meters door de grot gelopen en toen we de lampen uitdeden was het hele plafond verlicht met glowworms wat echt een onwerkelijk effect gaf. Daarna zijn we naar het westen gereden om de grote 2000 jaar oude Kauri bomen te bekijken. Van bomen met een omtrek van 16,5 meter en 51 meter hoogte wordt je wel even stil.

De laatste stop voordat we Nieuw Zeeland gingen verlaten hebben we nog even uitgewaaid op het strand van Murawai beach met een prachtige kustlijn voordat we de camper weer in mochten leveren om de vlucht naar Santiago te nemen.

De komende vijf weken gaan we lekker met zijn drieën op pad om het noorden van Chili, zuiden van Bolivia en noorden van Argentinie te bewonderen. Maar daarover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark, Merit en Marcel

De wonderen van het Zuider eiland

Na nog twee dagen in de verse sneeuw gespeeld te hebben, was het tijd om de snowboards in te leveren en weer op pad te gaan. We zijn door de bergen via de Arthurs Pass naar de Westkust gereden en daar kregen we gelijk te maken met waar de Westkust bekend om staat, regen en sandflies (hele gemene beestjes waarvan de beten nog een maand doorjeuken). Omdat allebei niet echt aantrekkelijk zijn, zijn we doorgereden naar het noorden waar het weer aanzienlijk beter was. Hier hebben we de Golden Bay bewonderd en een schitterende wandeling gemaakt door het Abel Tasman national park (Abel Tasman was een Nederlander die als eerste Nieuw Zeeland heeft ontdekt, vandaar ook de naam Nieuw Zeeland). Een wandeling van 7 uur langs de kustlijn met verlaten gele stranden en dichtbegroeide bossen. Het was jammer dat we geen tent bij ons hadden, anders hadden we zeker een nachtje gebleven op één van de strandjes.

Een stukje verder langs de kust zijn we twee dagen in de Marlborough sounds geweest waar we 's avonds onze eerste 'glowworms' hebben gezien. Bijzondere beestjes die erg klein zijn maar een fel groen lichtje afgeven die met tientallen zich verzamelen bij het water. De volgende dag hebben we drie uur gekayakt door één van de sounds (soort van fjord maar dan anders). Marlborough staat niet alleen bekend om de sounds maar ook om iets anders... (toch Lineke?), namelijk de wijnen en dan speciaal de Sauvignon Blanc. Tijdens een wijntour hebben we vier wijnproeverijen gedaan en één champagneproeverij (ook al mag dat dan officieel niet zo heten van de Fransen). Alle wijnen waren erg lekker maar de Sauvignon Blanc bleef toch Merits favoriet terwijl Mark inmiddels een voorkeur heeft voor de Riesling.

Na de wijnen door naar Kaikoura waar we onderweg nog eerst een waterval met veel kleine zeehondjes tegenkwamen die daar worden gestald als moeders eten gaat zoeken in zee. Tientallen zeehondjes die in een kleine poel onder en over elkaar heen doken. Heel schattig! 's Middags hadden we een tour geboekt om dolfijnen te zien en die hebben we ook gezien... We hebben drie uur lang een groep van vierhonderd dolfijnen gevolgd en aangezien de dusky dolfijnen het meest acrobatisch zijn van zijn soort hebben ze de meest grappige sprongen gemaakt (die helaas wat moeilijk vast te leggen zijn op de foto).

Toen was het tijd om weer terug te gaan naar de Westkust. Gelukkig was het weer wat opgeklaard dus konden we onze ijzers ombinden om de Fox Gletsjer te gaan bewandelen. Een dag lang op de gletsjer met alle soorten kleuren blauw om je heen was toch wel een hele bijzondere ervaring. Daarna via een schitterende kustweg en langs diepblauwe meren zijn we naar Wanaka gereden. Een stadje aan de rand van één van deze meren met uitzicht op de bergen met de besneeuwde bergtoppen. Hier hebben we weer twee dagen in de sneeuw doorgebracht op de snowboards in Treble Cone. Een uitdagend skigebied met schitterende vergezichten maar helaas was de sneeuw minder goed dan in Mount Dobson.

Daarom was het na twee dagen wel genoeg en hebben we de snowboards ingeleverd en zijn we naar Queenstown gereden op 1 september. De datum dat Merit vijf jaar geleden voor zichzelf is gaan werken en dat moest natuurlijk gevierd worden. Dus zijn we lekker uit eten geweest en daarna het uitgaansleven van Queenstown onveilig gemaakt. De volgende ochtend hebben we rustig aan gedaan maar we voelden ons goed genoeg om richting Milford Sound te rijden. Eén van de hoogtepunten van het zuider eiland waar we de sound hebben bewonderd met wat kleine wandelingen en nagenoeg een privé cruise. Gedurende twee uur hebben we door de sound gevaren en de vele watervallen gezien (waarvan één van wel heel dichtbij) met nog drie andere opvarenden. Was wel erg luxe.

Via Queenstown zijn we doorgereden naar de Oostkust langs 'oude' dorpjes en door een nieuw landschap met groene glooiende heuvels. Hier hebben we twee dagen genoten van de omgeving, de zee en zijn bijzondere bewoners namelijk de yellow eyed penguins. Nu is het weer tijd om richting Christchurch te gaan en onze auto in te leveren en daarna richting het noorder eiland te gaan. Maar daarover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark en Merit

Surf and Snow

Na een week genoten te hebben van de rust en de gastvrijheid in Manly hebben we de trein genomen richting de Blue Mountains. Enthousiast dat we waren hadden we ook de fiets meegenomen. We hadden alleen het woord 'mountains' over het hoofd gezien en zodra we de trein uitstapten gingen de wegen erg steil omhoog en naar beneden. Naar beneden was geen probleem maar de wegen omhoog moesten we wel even wennen. Twee dagen hebben we verschillende wandelingen in de Blue Mountains gemaakt waarvan één via de 'three sisters' en de 'giant staircase' naar het trammetje dat ons verticaal bovenaan de richel bracht. Een paar heerlijke dagen dat we actief bezig waren.

Daarna weer terug naar Manly bij James en Victoria in huis. Merit had al snel het ritme van wat lezen en wandelen te pakken terwijl Mark zich op het surfen heeft gestort. In het begin ging hij nog met de lessen van James mee maar na een paar dagen kon hij zelf zijn board ophalen om de hogere golven van Manly uit te proberen. De dagen dat Mark niet ging surfen hebben we nog een uitstapje gemaakt naar Palm Beach voor een mooie zonsondergang en een dag naar Sydney om de laatste beroemde plekken zoals Bondi beach te bezoeken.

De laatste week vloog voorbij en voordat we het wisten was het onze laatste dag waar we tijdens een picknick op het strand afscheid hebben genomen van de vrienden van James en Vic en 's avonds nog de moeder en schoonvader van James gedag hebben gezegd. Wat een ontzettende heerlijke tijd hebben we in Sydney gehad en wat een bijzondere mensen hebben we ontmoet. We hopen dat we James en Victoria ook snel een keer bij ons mogen ontvangen om de gastvrijheid terug te geven.

Na een goede vlucht kwamen we aan in Christchurch, Nieuw Zeeland, waar we gelijk een auto hebben gehuurd. Merit moest wel slikken toen we door het centrum van Christchurch reden want zij had deze stad 10 jaar geleden nog in volle glorie gezien. Na de aardbeving is het hele centrum niet meer begaanbaar en is de helft afgebroken of staat op instorten. Heel heftig!

Na de snowboards te hebben gehuurd zijn we naar Lake Tekapo gegaan voor een weekje wintersport. De eerste dag dat wij de berg opgingen was ook de eerste dag dat deze weer open was nadat er een flink pak verse sneeuw was gevallen. Volgens alle locals was het de beste dag in twee jaar. Ons geluk kon niet op en we hebben dan ook de hele dag van de sneeuw en de poeder genoten. Ook de twee dagen erna was de sneeuw nog prima met een strak blauwe lucht.

Na drie dagen op het board hebben we een rustdag genomen die we voor een groot deel hebben doorgebracht in de hot springs met uitzicht op het meer. De dagen erna was het skigebied gesloten vanwege weer een nieuw vers pak sneeuw. Mark heeft nog een sneeuwpop gemaakt en hebben we vandaag een schitterende wandeling gemaakt in de bergen bij Mount Cook.

Morgen gaat het skigebied weer open en kunnen we nog twee dagen genieten van de verse sneeuw voordat we de rest van het zuider eiland gaan ontdekken. Maar hierover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark en Merit

Vaarwel rijst en stokjes

De laatste keer hebben we jullie achtergelaten in Lijiang, China. Een waterrijk en traditioneel Chinees stadje dat druk wordt bezocht door de Chinese toerist maar waar nog genoeg kleine straatjes zijn waar de tourgroepen niet komen. Hier hebben we een aantal dagen doorheen gezworven en zijn we regelmatig verdwaald.

Na een schitterende busrit door het groene en heuvelachtige landschap van Yunnan kwamen we aan in Dali. Ook een oud maar toeristisch plaatsje waar we onze tijd voornamelijk hebben doorgebracht in de plaatselijke bakkerij waar ze echt brood met Goudse kaas en ham hadden. Hier konden we geen genoeg van krijgen en hebben hier dan ook alle dagen gegeten. 's Avonds hebben we de Bad Monkey onveilig gemaakt waardoor we 's morgens moeilijk uit ons bed kwamen. Dus weinig cultuur/natuur maar een paar heerlijke verwendagen die we hebben afgesloten met een massage voordat we de bus naar Kunming namen.

Kunming was het beginpunt van onze 24-urige treinreis naar Guilin. De tijd vloog voorbij met lezen, kletsen en genieten van het mooie uitzicht door het groene landschap. 's Morgens vroeg kwamen we aan in Guilin waar we gelijk in de bus zijn gestapt naar de Dragons Backbone rijstterrassen. Een overweldigend groot gebied waar rijstterassen tegen de bergen op zijn gebouwd. Ons hostel lag in het midden van alle rijstvelden en we hebben verschillende uitzichtspunten bezocht en een wandeling van 5 uur gemaakt dwars door de rijstvelden, de bossen en de kleine dorpjes. Een heerlijk rustige omgeving die nog niet ontdekt is door de Chinese tourgroepen en hier zijn we dan ook langer gebleven dan gepland om van de omgeving te genieten.

Op 3 uur van de rijstterassen ligt Yangshuo, onze volgende bestemming. Een dorp dat tussen de karstbergen en de rivieren ligt. Ons hostel lag buiten de stad en tussen de bergen en het water dus bij aankomst zaten we gelijk in een prachtige omgeving. Het was alleen wel flink zweten met een temperatuur van 34 graden en een luchtvochtigheid van 75%. De eerste dag hebben we de omgeving op de fiets verkend. We zijn langs de Yulong rivier gereden die omringt is met deze beroemde bergen en waar verschillende kleine dorpjes aan liggen. We zijn tot de Dragons bridge gereden en toen door de rijstvelden terug totdat we zo bezweet waren dat we een duik in de rivier hebben genomen. We waren wel gelijk een attractie voor alle Chinezen die in de bamboorafts de rivier afdreven. 's Avonds zijn we naar een show geweest dat zich afspeelde in de buitenlucht met als podium een groot meer met de karstbergen op de achtergrond die mooi verlicht waren. In deze show deden 600 mensen mee, erg spectaculair ( dezelfde choreograaf als van de opening van de Olympische spelen in Beijing). Onze laatste echte dag in China hebben we in een kano doorgebracht. In drie uur zijn we over de rivier gevaren langs de badende waterbuffels en door de schitterende natuur.

Toen was het tijd om China te verlaten. Met de slaapbus, waar we echt konden liggen in één van de 40 bedjes van 1.80x0.5 meter (niet echt ideaal voor Mark..), zijn we naar Shenzhen gegaan en vanaf daar de grens over naar Hong Kong. Onze favoriete overstapstad. Hier hebben we nog even genoten van de sweet en sour chicken voordat onze vlucht naar Sydney vertrok.

De vlucht ging snel voorbij en bij aankomst zijn we onderweg gegaan naar Manly waar James en Victoria wonen. We hebben hen drie jaar geleden ontmoet in Bali en sindsdien contact gehouden. Toen ze hoorden dat we naar Sydney kwamen zijn we uitgenodigd om bij hen te blijven in Manly. Eén van de strandwijken van Sydney. Met de trein en de ferry zijn we richting Manly gegaan waar we al gelijk een eerste blik konden werpen op de Opera House, Harbourbridge en onze eerste walvis. We zijn inmiddels alweer een week in Australie en genieten volop van de gastvrijheid van James en Vic en van het strand dat echt op een steenworp afstand ligt van hun huis. Mark heeft zijn eerste surfles gehad (James is surfleraar en Mark mag meekomen wanneer hij wil) en we hebben Sydney onveilig gemaakt op de fiets. Daarnaast genieten we van de boterhammen met kaas en de goede wijn. Ondanks dat het hier winter is schijnt regelmatig de zon en hebben we gisteren zelfs een (koude) duik gewaagd in de zee.

De komende twee weken blijven we nogin de buurt vanSydney en daarna gaan we naarde echte winter in Nieuw Zeeland.

Maar daarover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark en Merit

"No bus"

Na een warme douche en een Chinese maaltijd lig ik lekker op bed, bij te komen van onze tweedaagse wandeling door de Tiger Leaping Gorge. Deze kloof bestaat uit één wand die vanuit een wild stromende rivier bijna 4000 meter omhoog schiet. De andere wand is minder stijl en daar zijn kleine dorpjes tegenaan gebouwd en kronkelende kleine paadjes waar wij op liepen langs watervallen en grote rotsblokken met een schitterend uitzicht over de kloof en zijn rivier. Het was een indrukwekkende en relatief makkelijke wandeling (als je eenmaal de 28 bochten omhoog had geklommen). Aan het einde van de wandeling zijn we nog via een wirwar van kleine paadjes en ladders naar beneden (en omhoog) geklommen om dichter bij de onstuimige rivier te komen. Toen zagen we pas echt hoe hoog de kloof boven ons uit torende.

De anderhalve week voordat we bij de kloof aankwamen hebben we over het Tibetaanse plateau gereisd. Een deel van Tibet dat zonder vergunning toegankelijk is maar waar je als westerse toerist toch liever niet wordt gezien door de Chinese overheid. Dit werd al snel dudielijk bij onze eerste poging om een buskaartje naar de volgende stad te kopen. Er werd gemeld dat er 'No bus' was, maar bij verdere navraag bleek dat er alleen 'No bus' was voor de westerse toerist. Gelukkig kwamen we in ons eerste hostel mensen tegen die de tocht over het plateau al hadden gemaakt en die ons vertelden hoe we met minivans en auto's die de plaatselijke bevolking gebruikt konden rondreizen.

Op het Tibetaanse plateau is 80% van de bevolking Tibetaans waarvan een groot deel nog traditioneel gekleed is en als nomaden rondreizen over de hooglanden in tenten met hun yaks. De boeddhistische kloosters zijn nog actief in gebruik en we hebben veel gebedsvlaggetjes gezien en gebedswielen rond gedraaid.

In ons tweede dorpje, Tagong, hebben we bij een Tibetaanse familie thuis geslapen en hier hebben we kennis gemaakt met de yakboterthee (na alle horrorverhalen viel deze best mee) en hebben we onze eerste woordjes tibetaans geleerd. Door een verkoudheid en hoogteziekte (hoogtes tussen 3200 en 4700 meter) hadden we niet de energie om veel over de hoogvlaktes te lopen en hebben we deze week vooral genoten van de mensen en de kloosters in dit gebied. Daarnaast hebben we veel van de omgeving gezien door de ramen van de verschillende auto's en minivans, want de wegen waren zo slecht dat we het hele gebied met 20 km/uur hebben doorkruist.

De afgelopen twee weken waren heerlijk rustig met weinig toeristen en veel natuur. Dat was wel anders in de twee grote steden waar we daarvoor waren. Na Pingyao, ons laatste blog, zijn we naar Xi'an gereisd. Een stad met 4,5 miljoen inwoners, veel nieuwbouw en verkeer. Maar ook een plek waar we kennis hebben gemaakt met het verleden toen emperors hun leven meenamen in het graf in de vorm van aardewerken figuren. We hebben zowel de terracotta warriors bezocht als de tombe van Jingdi die 50.000 dieren en mensen om zich heen had verzameld.

Na alle graven zijn we naar Hua Shan, een van de vijf heilige Taoïstische bergen in China, gegaan. Om 14.00 uur 's middags begonnen we aan de tocht om deze berg van 2100 meter hoog te beklimmen. De tocht was erg zwaar aangezien 80% bestond uit traptreden die stijl tegen de berg opliepen. Na zes uur hadden we de klim gemaakt en waren we nog net op tijd voor de zonsondergang. 's Avonds hebben we op de berg geslapen (en de wedstrijd tegen Portugal 'gemist') zodat we ook de zonsopgang konden bewonderen. Toen we de overige pieken van de berg beklommen konden we gelijk kennis maken met de massa's Chinese toeristen die die ochtend de top van de berg hadden bereikt via de kabelbaan. Wat waren we blij dat we de berg de avond ervoor ook leeg hadden gezien. Om onze knieën te ontzien besloten we ook om de weg naar beneden met de kabelbaan te maken.

Na Xi'an zijn we met de trein naar Chengdu gereisd. De volgende miljoenenstad waar we 's middags een bamboepark hebben bezocht met 150 verschillende bamboesoorten. In Chengdu konden we de beroemde panda's niet overslaan en hebben we een ochtend staan te ohhhh en ahhh-en tussen alle andere toeristen die deze schattige en luie beesten stonden te bewonderen. Op twee uur afstand van Chengdu zijn we naar de grootste Boeddha ter wereld gegaan. Een gigantisch beeld van 71 meter hoog dat 1200 jaar geleden uit de rotswand is gehouwen in de hoop om de nabij gelegen rivier te bedwingen.

Al met al weer een hele gevarieerde reis die we de afgelopen weken hebben gemaakt. We zijn inmiddels aangekomen in Lijiang (bij sommige van jullie wel bekend) en hebben nog een krappe twee weken om de laatste bezienswaardigheden in China te bewonderen voordat we doorvliegen naar Sydney.

Groetjes,

Mark en Merit

41 Miljoen mensen in 3 steden

Na onze 'vakantie' in India was het weer tijd om op reis te gaan. Na een vlucht met vertraging landden we in Hong Kong, de eerste wereldstad met 7 miljoen inwoners. Hier kenden we inmiddels onze weg en hebben we enkele toeristische trekpleisters bezocht en een avond cocktails gedronken in één van de chique bars op de 21e verdieping die de stad rijk is. Hier hadden we het meest indrukwekkende uitzicht over de stad met zijn hoge gebouwen en vele lichtjes.

Toen Merit 's morgens wakker werd met een ontstoken bult op haar voorhoofd en een opgezwollen gezicht zijn we op zoek gegaan naar een dokter die haar antibiotica voorschreef. We moesten hierdoor wat langer in Hong Kong blijven dan gepland en die dagen hebben we rustig aan gedaan door in parken te zitten (waar ze wifi hebben) en een ferry genomen naar één van de vele eilandjes en hebben we heerlijk op het strand gezeten.

Toen de dokter na een paar dagen groen licht gaf om weer verder te reizen, zijn we met de trein naar Guangzhou, het vaste land van China, gereisd. Hier hadden we onze eerste ervaring met het niet Engelssprekende China. Gelukkig stond er voor ons een jongen in de rij die ons kon helpen bij het boeken van een treinticket naar Shanghai. We hebben nog een paar uur in Guangzhou rondgedwaald totdat we ons moesten melden bij het treinstation. Hier stond de slaaptrein klaar om ons in 15 uur naar Shanghai te brengen. De treinen zijn comfortabel maar de bedden zijn smal en vooral voor Mark erg kort.

Na een goede nachtrust in een 6 persoons-coupé kwamen we aan in Shanghai. De volgende wereldstad met 20 miljoen inwoners en bekend om zijn moderne uitstraling. Na ingecheckt te hebben bij het hostel zijn we gelijk de stad ingegaan omdat we hier maar twee dagen bleven. We wilden namelijk op 13 juni naar Tibet vertrekken en nog een aantal dingen voor die tijd zien. Echter bleek twee dagen later dat China de grens van Tibet had dichtgegooid voor toeristen omdat Tibet teveel media aandacht kreeg. Beetje jammer!!!

In Shanghai hebben we zowel overdag als 's avonds de moderne stad bewonderd met zijn hoogbouw die in de afgelopen twintig jaar werkelijk uit de grond is gestampt en hebben we in de oude Franse wijk de winkeltjes afgestruind. De volgende dag hebben we kennis gemaakt met de Chinese toeristenindustrie. Wij waren in de veronderstelling dat we naar het oude deel van de stad gingen, maar algauw bleek het een kitscherig gebeuren te zijn waar de oude stad plat is gegooid en opnieuw gebouwd en waar honderden Chinese toeristen werden verleid om prul te kopen. Gelukkig konden we in de achteraf straatjes nog wel het oude Shanghai terugvinden waar de lokale bevolking zat te kaarten en vis en al het mogelijke gevogelte op de stoep verkocht.

's Avonds weer met de nachttrein in 13 uur naar Beijing. De volgende wereldstad met 14 miljoen inwoners waar verrassend genoeg minder mensen Engels spreken dan in Shanghai. In Beijing zijn we een aantal dagen met de fiets op pad geweest om alle 'must see' bezienswaardigheden te bezoeken die veel lieten zien van het verleden van de stad maar op het plein van de Hemelse vrede kwam het communisme ook erg dichtbij. 's Avonds zijn we met een groepje uit het hostel op pad geweest naar lakeside vol met barretjes en hebben we tot in de late uurtjes aan de cocktails gezeten. Tijdens het eten heeft Mark zijn eerste eendenoog geproefd hmmmm.

Natuurlijk kon een bezoek aan de Chinese muur niet ontbreken en hebben we een wandeling van 6 km over de muur gemaakt. De wandeling was prachtig waarbij de muur over de groene bergen zig zagt. De muur was voor een deel gerestaureerd en een deel nog vervallen met steile trappen en afgebrokkelde muren. Een pittige maar mooie wandeling over een bijzonder (maar nutteloos) fenomeen.

De laatste dag in Beijing zijn we naar het Summer Palace geweest en daarna een bezoek gebracht aan de national library of Beijing. Allebei op hun eigen manier indrukwekkend. Alleen hadden we er iets te lang over gedaan waardoor de taxirit naar het treinstation in de spits door Beijing wat stressvol was. Na een sprint over het station waren we precies op tijd in de trein om naar onze volgende bestemming te gaan, Pingyao.

Na alle wereldsteden is Pingyao echt een dorp met zijn 40.000 inwoners. Dit is een van de weinige ommuurde steden van China die nog in oude glorie te bewonderen is. Ook in Pingyao zijn we weer actief op de fiets gestapt en zijn we met een groep uit het hostel, een jongen uit Engeland, Verenigde Staten en Frankrijk, naar een aantal bezienswaardigheden in de buurt geweest. 's Nachts hadden we om 2.45 uur de wekker gezet om de wedstrijd tegen Duitsland te kijken, maar daar gaan we het maar niet meer over hebben.

Nu zitten we weer in een nachttrein naar onze volgende bestemming Xi'an. Maar daarover volgende keer meer.

Groetjes,

Mark en Merit